Ik heb een (verre) klant die me een plan stuurt met de karakterisering van een laskraal, maar ik begrijp de volledige betekenis niet.
Sorry voor de beeldkwaliteit.
Dus ik begrijp dat ik aan de omtrek last (de ronde bij de breuk), dat de uitgroeikraal 7 mm moet zijn, maar het is de 12 en zijn symbool dat me ontgaat. Heb je dat in een document?
Ter info, het is een toepassing van een buis die door een plaat gaat.
Lassen met een halftulpvormige lasvoorbereiding waarbij de bovenkant van de kraal aan de ene kant convex is en de hoekkraal aan de andere kant van de plaat niet concaaf of bol is.
Ter verduidelijking, de voorbereiding zou ongeveer als volgt moeten zijn:
De buis is rechts afgebeeld, de plaat links. Ik begreep dat het "afwerkingskoord" (rood) 7 mm was, en dat er daaronder een J-vormige afschuining (of andere) zat.
Het is dit deel dat me blokkeert, wordt de gele afschuining gedefinieerd door deze symbolen?